DG-360 op IIR.nl

Reading Time: 4 minuten

Vertrouwen en transparantie in de BRZO-keten: wie begint?

Redactie IIR , Trainingen & Conferenties

LinkedIn profiel

De kans op risico’s van zware ongevallen is bij de meeste BRZO-bedrijven klein. Maar als er een zwaar ongeval voordoet zijn de gevolgen groot. De regels en procedures die samen met andere verplichten documenten het veiligheidsbeheersysteem (VBS) vormen, vergen veel onderhoud en zijn vaak foutgevoelig door de vele mensen die eraan werken. Transparantie en samenwerking in de BRZO-keten is hierin van belang. Maar wie is nu écht verantwoordelijk voor de veiligheid?

Samenwerking transparantie BRZO-keten


De relatie tussen BRZO-bedrijf en overheid

Het spanningsveld tussen BRZO-bedrijven en de overheid is al geruime tijd voelbaar. Terwijl zowel bedrijfsleven als overheid dezelfde doelen nastreven: een gezonde economie en een gezonde en veilige werk- en leefomgeving. Christian Ackermans, Co-Founder van DG-360°, ziet dit spanningsveld ook: “Het is tijd voor een eerlijke, onafhankelijke partij die tussen overheid en bedrijfsleven staat. De BRZO-bedrijven hebben het latente vermoeden dat de balans voor de overheid te veel bij de veilige werk- en leefomgeving ligt. De overheid heeft juist het gevoel dat als zij niets doen, de bedrijven uit zichzelf ook niets doen aan veiligheid.” Beide ‘kampen’ grijpen vaak terug op situaties die de vermoedens bevestigen. Bedrijven wijzen naar inspecteurs en instanties die te makkelijk boetes opleggen, zonder begrip te tonen voor de situatie waarin het bedrijf zich bevindt. De overheid daarentegen, gebruikt de extreme gevallen waarin bedrijven duidelijk over de schreef gaan, om zo bedrijfstakken te generaliseren. “Het gesprek tussen overheid en bedrijfsleven polariseert en dat is reden tot ongerustheid”, aldus Ackermans.

Ackermans vervolgt: “Bovengenoemde situaties zijn natuurlijk uitzonderingen. En onze ervaring leert dat het in Nederland wel meevalt met de onveiligheid bij BRZO-bedrijven. Ook wat betreft de overenthousiaste inspecteurs en nukkige overheidsinstanties. We zeggen niet dat ze er niet zijn, maar als Seveso-land doen we het helemaal niet slecht. Veruit de meeste bedrijven zijn serieus met veiligheid bezig, en veruit de meeste inspecteurs begrijpen ook dat er geld verdiend moet worden.”

Vertrouwen en transparantie in de BRZO-keten

DG-360 zit exact tussen de twee partijen in en fungeert hierin als bruggenbouwer. “Persoonlijk vind ik dat we elkaar prima kunnen vertrouwen. Maar toch wekt het woord ‘vertrouwen’ direct een soort wantrouwen op en schiet men in de verdediging”, vertelt Ackermans. “Inspecteurs hebben soms toch een soort voelbaar sceptische houding naar bedrijven toe. En bedrijven hebben nog vaak een gevoel van ‘zo, we zijn toch maar weer mooi door de BRZO-inspectie heen’.”

“In de ideale wereld communiceren overheid en bedrijfsleven veel meer en beter met elkaar. Én verhogen zij het niveau van transparantie. Dit zal leiden tot meer vertrouwen, wat leidt tot een mooiere, veiligere samenleving. Een met minder noodzaak tot wetten, regels en ‘red tape’. Tot deze utopische tijd is aangebroken, is het helemaal niet onverstandig om een echt onafhankelijke, derde partij de transparantie te laten verzorgen. We schakelen immers ook voor onze financiële stukken een onafhankelijke accountant in, gaat Ackermans verder.

Een onafhankelijke partij als bruggenbouwer

Als onafhankelijk for-profit organisatie is het de missie van DG-360 – net als die van het bedrijfsleven en de overheid – een schone en veilige werk- en leefomgeving. Daarnaast willen zij meer naar proactieve veiligheid in plaats van reactieve veiligheid. “Wij zijn dag in, dag uit vanuit het hart bezig om zich nooit meer een situatie als Chemiepak Moerdijk of Enschede te laten herhalen. Of om een situatie als Tianjin en Beiroet hier überhaupt ooit plaats te laten vinden. Wij willen een mooi (samen)leefbaar land aan onze kinderen overdragen. Daarnaast is kennisvorming en kennisbehoud een kritisch punt in iedere organisatie. DG-360 kan de kennisvorming creëren, en tegelijkertijd het kennisbehoud op het gebied van gevaarlijke goederen organiseren.”

Hoe profiteert het bedrijfsleven hiervan?

In het bedrijfsleven zijn altijd zaken die invloed kunnen hebben op het VBS: interne strubbelingen bij de klant, wisselingen van de wacht, bepaalde machtsposities of belangrijke kennis die uit het bedrijf vertrekt. Ackermans: “Wij zijn niet gebonden aan deze interne factoren om de veiligheid te kunnen garanderen. We weten wat een VBS inhoudt, kennen de ins en outs van de wetgeving. Op dagelijkse basis zien we wat er in het bedrijf gebeurt, we weten wat de KPI´s zijn, en we hebben direct toegang tot de mensen die hoofdelijk verantwoordelijk zijn voor de VBS. Als er iets niet goed gaat, gaan we niet naar de inspectie of veiligheidsregio, maar geven we wel direct binnen het bedrijf aan dat het probleem nu opgepakt moet worden. Daarnaast helpen wij onze klanten tijdens inspecties of wrap-up van inspecties ook. Als de overheid doelen stelt die niet haalbaar zijn, of aantoonbaar niet bijdragen aan de veiligheid, kunnen wij met bewijs laten zien dat het misschien beter anders kan.”

En waar is de overheid mee geholpen?

“Natuurlijk wordt er geen informatie met de overheid uitgewisseld over de stand van de veiligheid bij een klant”, aldus Ackermans. “Maar we kunnen de overheid wel degelijk helpen door algemene proactieve variabelen die gevaarlijke situaties inluiden te identificeren. Met de data die beschikbaar is, kunnen ongevallen en ongelukken worden voorspeld. We willen naar pro-actieve veiligheidsindicatoren (de zogenaamde leading SPI´s). Zo helpen we de overheid om de vinger op de zere plek te leggen, bij bedrijven die er met de pet naar gooien. In plaats van bedrijven te inspecteren die helemaal geen tekenen vertonen van potentieel onveilige situaties.”

Daarnaast kan de manier van inspecteren vanuit de overheid veel efficiënter. “Nu moet een inspecteur in twee dagen, on-site proberen de ‘smoking gun’ boven water te krijgen. Dat is in de meeste gevallen niet haalbaar. Bedrijven kunnen er bij ons voor kiezen om de overheidsinspecteur toegang te geven tot het systeem. De inspectie voor bedrijven verloopt dan sneller en soepeler. In veel gevallen moet de inspectie alsnog een deel on-site plaatsvinden, omdat de inspecteur het bedrijf ook willen ‘voelen en ruiken’. Maar het voordeel is dat de inspecteur een groot gedeelte van het werk in een paar uur kan doen, vanuit kantoor. Zeker in deze veranderende tijden is het een mooie manier om vinger aan de pols te houden, zonder bij bedrijven langs te hoeven gaan. Wat mij betreft een mooie eerste stap naar een stukje vertrouwen en transparantie in de keten.”

De samenwerking en transparantie tussen overheid en bedrijven staat centraal tijdens het Nationaal Congres BRZO. Wilt u meepraten over hoe het beter en anders kan? De hele maand oktober staat in het teken van BRZO. We starten met een wekelijkse Lunch & Learn en sluiten de maand af met het congres op 29 oktober.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

en_US